Safari Ndefu, ofwel Daans Grote Reis

The street seller on Gitanga Road

Africa, perhaps more than any other continent, is a place where people figure as monuments. Themonuments here might not be cut in stone and grandiose like they are in Europe, but they possess a pertinence in their own right.

A figure that incorporates all of the impressions I have had so far of this bizarre metropolis, is a street seller at Gitanga Road. How old he is, is a mystery almost impossible to unravel. Sure, his hare is grey, but his posture far from elderly. In one hand he holds a staff, a tradition for members of his tribe (or so I've been told) and in the other a scultpure made out of ebbony that bears an eerie resemblance to its possessor. I pass him by while being driven to and from work. In my mind he has become a symbol. the symbol of a people that appear to be caught midway in between progress and their ancestral ways. before all else I see in him the symbol of a people caught in abject poverty, subject to a government that fails to deliver even the most basic services to its citizens while its members possess more land and wealth than any mzungu. yet, despite of all this, I see in him also the daily reports on the radio that diagnose society's problems and discusses them in all openness and freedom. The man, now a symbol in my mind, is the day labourer who sells himself for a pittance and is prepared to move mountains if necessary, and the businessman in the City, the guard at my gate in Kilimani and the children that play in my courtyard.

As I write these words, I hear a sound. it is like a thousand pebbles landing on the tin roof of the shack that I can see from my window. I smile and I remember my first words in Swahili: Mvua(rain), so appropriate after Moto (fire) claimed the lives of so many in the slum of Sinai, close to the industrial centre of this city without a functional fire brigade.

I smile and remember looking out of the window of the toilet in my office building, Lonrho House and seeing(or perhaps imagining) beyond the limits of the city into the savannah. Oh, it is a peculiar place, this metropolis. This place of fresh water which the Masaai called enkare nairobi.

The Empire strikes back

My dear readers,

Since I announced that from now on my blog will be in English (so that my adventures are not limited to the happy few that speak the language of Hooft and Vondel), I thought it proper to start of with an English story immediately.

I won't be writing too much about work, since one never knows what happens to a blog such as this when written in an accessible language such as English. I will write all the more on the silly, funny, irrtating, heart-rendering and enchanting things I go through here on a daily basis.

So first some basic sketch of my situation for those who just dropped in. Nairobi is a city that consists of extremes. From my very window the extremes of poverty meet the extremes of wealth. A big town house borders a piece of land with nothing but a hut filled with squatters. My flatmate told me a form of coexistance exists between the wealthy and poor neighbours, but I still believe the sight out of my window is a character sketch of the society I ended up in.

Poverty has some severe consequences for my own situation. After dark, I am no longer able to walk the streets alone. Add tot hat the general lack of public transportation (ok, one could go by minibus, but the drivers seem to have gotten a licence to kill instead of a driver's license) and you come to the conclusion that I need my car-withdriver for well-neigh everything.

I live in a wealthy neighbourhood called Kilimani. My driver, called Peter, tells me it means 'on the hill'. In fact, it is rather close to the centre of town. The infernal volume of cars passing in and out of the centre, however, causes traffic jams of truely epic proportions that make a 20 minute ride last an hour (yes... today I was as lucky).

The atmosphere here is still quite British. The only English thing I haven't been able to lay my hands on is bitter beer, but marmite (ugh) and corned beef seem to be in never ending supply.

Nairobi could best be described as an African city surrounded by white suburbs. The African city caters to some old British hotels and an abundance of cheerless 1960's skyscrapers. even so, there is a genuinely relaxed atmosphere there during the day. it also boasts some nice restaurants. One of them is the Somali restaurant Hamdi which I visited for the first time today. I ordered roast goat with chipatti bread, a recommendation of my American-Somali flatmate who suggested I try something typically Somali. It tasted way bettert han I had thought and I must say I am glad I tried it. The restaurant was spotlessly clean, the waiters were alert for African standards, and the price of the food was not bad. All in all the meal costed no more than 700 shillings, the equivalent of 5 euro. Including drinks and a desert.

With this anedote I am going to finish my first story in English. I hope you will keep following me on this blog!

D

Living in a land down under

En weer is er een week voorbij. Ik kan in alle ernst zeggen dat het een productieve week is geweest. Ik heb een bankrekening geopend, al mijn opdrachten op het werk succesvol afgerond, een boek gelezen en het Nairobi nachtleven verkend.

Het openen van de bankrekening was welhaast weldadig. Zelden heb ik een betere service mogen ontvangen dan bij Bank of Africa. Ik werd netjes ontvangen door de filiaalmanager die mij vriendelijk en efficiënt door de papieren loodste en alle moeite deed om het mij naar de zin te maken. Zo hoefde ik bepaalde gegevens niet zes keer in te voeren. Een service-model waaraan sommige Nederlandse cooperatieve banken (we noemen geen namen) een voorbeeld zouden kunnen nemen.

Op mijn werk gaan de zaken goed. Ik heb alle opdrachten die ik heb gekregen met succes afgerond en zowel mijn baas als mijn collega's zijn erg tevreden over me. Goed, ik zal eerlijk bekennen dat ik ook wel eens tabak heb van de spreadsheets, maar het compliment dat ik vrijdag kreeg maakte het toch allemaal de moeite waard. Het is mijns inziens een ondergewaardeerd genoegen dat je iets voor iemand kunt betekenen. Ik waag het soms wel eens te denken dat we met zijn allen zo bezig zijn met onszelf dat we vergeten hoe mooi het kan zijn om iemand een dienst te bewijzen. Goed, filosofisch gezien is het misschien van eenzelfde egoïsme, maar praktisch gezien heeft het toch een heel andere uitwerking.

Het nachtleven van Nairobi is geconcentreerd over de hele stad. In tegenstelling tot Europese steden bestaat er geen uitgaanscentrum. Een van de meer bizarre plekken is Casablanca, een plek waar shisha's(ofwel hookah's of narghila's) samengaan met een dansclub en een (overigens voortreffelijk) Italiaans restaurant. De rustbanken zijn een waar genoegen en de spaghetti carbonara is de lekkerste die ik ooit gegeten heb.

Een andere populaire plek is Havana. Havana lijkt een beetje op de barretjes uit de oude Bacardi reclames (die ze helaas niet meer uitzenden), maar dan vol met mensen en helaas zonder de Latin-muziek. Volgens een vriendin van mijn flatgenoot Jamal gebeuren hier iedere donderdagavond zulke vreemde dingen dat ze er wel een blog over kan bijhouden. het spreekt vanzelf dat ik dat streven heb aangemoedigd. Ik ben er best benieuwd naar.

Op vrijdag was het borreltijd. Een nieuwe traditie die onze baas had ingevoerd op mandazi-maandag, ook al een nieuwe traditie. Mandazi's zijn een soort doughnuts die er alleen een beetje anders uitzien. helaas waren er deze eerste keer alleen koekjes.

Het borrelen was erg gezellig en strekte zich uit tot 10 uur 's avonds. De bar waarin het gebeurde was best aardig en men had er Guiness, wat wel lekker is als je hard hebt gezwoegd.

het weekend heb ik het rustig aangedaan en het boek Kolyma van Tom Rob Smith gelezen. Het boek stond al twee jaar op de lijst, maar ik was bang dat het na Kind 44 wat tegen zou vallen. gelukkig bewees de schrijver zich door een nog betere thriller op poten te zetten. Ga'm lezen.

verder ben ik ook een heel eind gekomen in het boek 'Kameraad Baron', dat ik van mijn vader had gekregen voordat ik naar nairobi afreisde. Ondanks het feit dat het boek bol staat van de spellingsfouten ( de auteur heeft er talent voor om niet een Roemeense woord goed te spellen) en dat het lichtelijk pro-Hongaars is (een ietwat gebalanseerdere benadering van de materie was het boek ten goede gekomen), is het toch een uiterst onderhoudend boek dat het verdient gelezen te worden.

met deze opmerking wens ik u weer de gnoetjes,

Daan

Living the mzungu life...

Mzungu... een exotisch woord dat associaties oproept met heerlijk tropisch fruit of een of andere ziekte die idioten oplopen als ze zo nodig ontdekkingsrezigertje willen gaan spelen in de jungle van Oost-Kongo.

Voor de lezers met deze associaties heb ik een schokkende verassing: u bent zelf een mzungu. Mzungu betekent namelijk Europeaan of Blanke. En die wazungu (meervoud!) houden er merkwaardige gewoonten op na. Een vaan de vreemdste gewoonten is toch wel dat die bleekneuzen naar door-God-en-alles-verlaten plekken in Kenya rijden om daar naar verscheurende leeuwen en knorrige buffels te gaan koekeloeren. rare jongens, die wazungu.

Dit weekend heb ik me schuldig gemaakt aan het bezoeken van een wildpark. En niet zo maar een. Het park bestond uit een aantal ranches die onderling de hekken hadden weggenomen en de wilde dieren alle ruimte hebben gegeven. Een relatie van Ben is getrouwd met een vrouw die daar onderzoek doet naar leeuwen. We moesten uiteraard langsgaan. Dientengevolge zijn we met een minibusje naar een plaatsje gereden dat Nanyuki heette. Daar wereden we opgehaald door Josep, Bens zakenrelatie.

Het park was adembenemend mooi. Het stikte er van de giraffes (er waren bija meer giraffes dan bomen) en impala's. We hebben echter ook wrattenzwijnen, buffels, jakhalzen, zebra's (waaronder de uiterst zeldzame Gravy zebra) en de schuwe onyx gezien.

Het onderdak was een tent vlakbij een rivier waar 'snachts nijlpaarden en luipaarden kwamen drinken. De ultieme Ou-of-Africa ervaring dus!

de gnoetjes,

Daan

Werkend leven, dag 1

Vandaag, 1 september 2011, ben ik officiëel aan mijn werkende leven begonnen. Om 8.00 uur Oost-Afrika tijd. Helaas had ik niet bijster goed geslapen. Mijn kamer zat vol muggen die zich al zoemend op mij stortten. De hele nacht werd ik getrakteerd op een muggenversie van Richard Wagners 'Walkürenritt'. Helaas was ik niet bij machte een no-fly zone rond mijn bed op te werpen en heb ik maar 4 uurtjes geslapen. De knarsende stem van Svetlana Stanislavova Ganeva ( zo heb ik de bulgaarstalige sprekende klok die ik heb ingesteld als alarm inmiddels gedoopt) wekte mij zonder medelijden uit mijn kortstondig bestaande dromenwereld.

De chauffeur kwam precies op tijd om half 7 en een half uurtje later bevond ik mij in het ontwakende centrum van Nairobi. Ik dronk een kopje verrukkelijke koffie en at een cakeje(bij wijze van ontbijt) in het K-cafe (dat zich direct naast KPMG bevindt en waar ik al meteen tot stamgast ben verheven door de bediende Oskar) en spelde de ochtendkrant, the Daily Nation. Tot mijn verbazing een prima krant met interessante artikelen.

Om 8 uur meldde ik mij voor de arbeid. Ik werd door een medewerkster van de HR(met de eigenaardige naam Mercy) afdeling vriendelijk ontvangen en rondgeleid door de verschillende afdelingen van KPMG. Ik werd aan zoveel mensen voorgesteld (die er in mijn ogen op de vroege morgen allen identiek uitzagen) dat ik aan het eind van de ronde half duizelig was van alle hallootjes en welkoms. Een enkeling probeerde wat Swahili uit op de twee wazungu (blanken; er was nog een Zweedse dame die ook haar eerste werkdag had), en ik scoorde een punt met de frase habari za asubuhi?

Ik kom te werken op de afdeling MILK. Dit staat voor Market Intelligence, Learning and Knowledge. Mijn focusgebied wordt Market Intelligence. Ik ga dus uitzoeken welke eisen donoren stellen aan organisaties waarmee ze samen willen werken en welke donoren bij het beleid van KPMG passen. Verder analyseer ik ook gevallen waarom opdrachten naar de concurrent zijn gegaan ipv naar KPMG en licht ik bedrijven door waarmee KPMG samenwerkt. Al met al een verantwoordelijke taak voor een nederige stagiair. Ik geloof overigens dat er best kansen liggen als ik mijn stage een beetje goed doe.

Het tema bij KPMG is leuk en ik moet zeggen dat ik alle Kenianen die ik tegen ben gekomen tot op heden vriendelijk, netjes en beschaafd vind. Goed, ik kan er vergif op innemen dat ik nog wel met exemplaren te maken krijg die ik het liefst aan de hyena's voer, maar de botheid die soms in Oost-Europa bestaat ben ik nog niet tegengekomen. Wellicht komt dat nog als ik in contact kom met de bureaucratie.

Voorlopig is dit het weer even uit Nairobi!

de gnoetjes,

Daan

Nairobi...

Wel, helaas kwam het niet echt tot typen in Bulgarije. Ik had het dermate leuk dat ik niet al te veel tijd besteedde aan het internet. het nieuws was dan ook duister genoeg.

Inmiddels bevind ik mij in een andere, vreemde wereld. Nairobi. Nairobi is een van de belangrijkste steden in Afrika en de hoofdstad van Kenia. Nairobi heeft 3,1 miljoen inwoners, maar geen openbaar vervoer of zelfs maar een rondweg. Resultaat: het verkeer staat het grootste gedeelte van de dag in de file. De file wordt nog eens verergerd door het feit dat alle goederen die van Mombasa (aan de kust) naar Oeganda moeten worden vervoerd door de stad heen moeten.

Het opslaan van een kamp in Nairobi is nogal bewerkelijk. Het appartement dat ik had geboekt bleek pal aan de luidruchtigste straat van de stad te zitten... het leek dus alsof de complete heksenketel van de stad door mijn appartement heenreed. De dag erop dus subiet begonnen met het zoeken naar een appartement dat niet de sonore eigenschappen heeft van een wegrestaurant boven de A4.

Dat laatste bleek nogal een klus, omdat tegelijk met de grote migratie van de gnoes op de Masaai Mara, ook de Homo Sapiens Sapiens een wilde trektocht begint door zijn natuurlijke biotoop. Wie er nog aan twijfelt dat mensen kuddedieren zijn, zie hier een overtuigende gelijkenis tussen onze soort en de gras-kauwende bewoners van de Afrikaanse savannes.

Na half Nairobi te hebben aanschouwd, vonden we uiteindelijk een appartementje. Veel duurder dan gepland, maar zonder keus is eht makkelijk kiezen. Positief punt: het complex heeft een zwembad!

Nairobi zelf is een stad vol contrasten. Het centrum is alleen leuk overdag ( na 6 uur is alles dicht, is het er donker en is eht er gevaarlijk), terwijl de buitenwijken werkelijk erg royaal zijn opgezet. Het lijkt wel of iedere blanke hier in een villa woont. Vooral de armoede bestrijders natuurlijk... Je kunt je afvragen of die niet in eerste instantie hun eigen armoede bestrijden.

Aan de andere kant van de sociale ladder bevinden zich de sloppenwijken, die ik nog niet gezien heb (en waarschijnlijk ook nooit ga zien). In de ene wijk eet men nooit vlees omdat het te duur is, in de andere wijk gaan de weklgestelde Kenianen naar restaurants als The Viking House, een restaurant waar ik gisteren voor het eerst kennismaakte met wat Nederlandse expats. In dit restaurant worden continue verschillende soorten vlees gebraden en de gast kan zelf bepalen welk vlees hij wel of niet neemt. De obers lopen door de zaal met grote speizen waaraan het vlees nog naaknispert uit de oven. Heerlijk vlees overigens, maar wel een schril contrast met de rest van de stad...

de gnoetjes,

Daan

Welkom op mijn Reislog!

Hallo en welkom op mijn reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over mijzelf en de reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Daan

Boekarest en Bulgarije, variaties op een thema

En daar ben ik dan weer, uw trouwe correspondent in Bulgarije. Na een jaar geleden de zomercursus Bulgaars aan de universiteit van Veliko Târnovo gevolgd te hebben, ben ik na een paar dagen in mijn geliefde Boekarest te hebben doorgebracht, weer terug in situ delicti. Dit blog zal mijn blog worden voor zowel mijn reis hier in Bulgarije als voor mijn tijd in Oost-Afrika, die in september begint. Maar eerst dus Bulgarije en Roemenie. Een paar dagen geleden ben ik van Amsterdam naar Boekarest gevlogen met Austrian airlines. Tot mijn stomme verbazing kwam ik op tijd aan, hetgeen een breuk vormt met de traditie dat ik op vluchten naar Boekarest altijd met een vertraging aankom van op zijn minst twee uur. In Boekarest aangekomen heb ik de traditionele bus genomen (die nu 8,5 lei kost). Na de busreis nam ik mijn intrek in Hotel Trianon, in dezelfde straat als waar ik in 2007 woonde. Diezelfde avond nog heb ik mijn vriendinnen Dia en Oana ontmoet, die ik ken van de Bulgaarse cursus van vorig jaar. De andere dag heb ik Boekarest onveilig gemaakt en mezelf een beetje verwend zoals dat alleen in mijn favoriete stad in Oost-Europa kan. Frappé's en verse citronade, begeleid door pannekoekjes met verse zoete kaas en rozijnen. Dat is pas vakantie! Op zaterdag een bezoek gebracht aan Ploie?ti, een oliestadje zestig kilometer ten noorden van Boekarest. Oana woont daar en stond erop dat ik op bezoek zou komen. Ik was wat huiverig, want Ploie?ti heeft niet de reputatie de allermooiste stad van Roemenie te zijn. Hoewel het station de ndruk geeft sinds 1940 niet meer te zijn opgeknapt, bleek het toch een aardig plaatsje. Een paar oude gebouwen staan nog overeind en er zijn een paar leuke musea. Hoogtepunt was een oud landhuis in Ottomaanse stijl, waarin tegelijkertijd een museum en een nachtclub waren gevestigd (een musem moet wat doen om er niet uit te zien als een bouwval). We werden heel vriendelijk rondgeleid en kregen maarliefst vijftig procent korting. Kom daar nog maar eens om in NL! Een plek die alleen in Oost-Europa kan bestaan is het oliemuseum in Ploie?ti. Het hangt vol met "grote namen" uit de olieindustrie en de rondleiding duurt tergend langzaam. En je moet nog opletten ook, anders wordt de gids boos! Op een gegeven moment, toen de gids niet keek, zijn we maar naar een terrasje gevlucht. Na het bezoek aan Ploie?ti ben ik nog even langsgegaan bij mijn familie aan de Cob?lcescustraat. Alles was nog min of meer bij het oude en de ?uica vloeide rijkelijk. De volgende dag ben ik met Dia en dier ouders naar Bulgarije gereden. Prettige tocht met leuke mensen. Het is nu toch wel een beetje. Vreemd om hier te zijn, waar weinig is veranderd, maar waar niet al mijn oude vrienden van vorig jaar zijn. We zullen zien of succes herhaald kan worden. In ieder geval heb ik het wel naar mijn zin. En nu ga ik een kebabche halen!